×

wo
27 nov 1985

Tegendraads lezen #1

Praktisch

Aanvang: 20.00 uur Entree: 4 gulden Gerard Doustraat 7

Met

Het souterrain van De Verloren Tijd is al een paar keer een merkwaardig geschikte plek gebleken voor het voeren van een in principe akademiese diskussie met het boordknoopje los. De omstandigheden vereisen geen universitaire nauwgezetheid, zolang de noodzaak en de zegginskracht van de standpunten maar duidelijk zijn. Produktief is de avond pas als de geschoolde én de leek (of omgekeerd) nog meer vragen dan antwoorden overhouden. Aanleiding voor een nieuwe diskussie in De Verloren Tijd is Maarten Burens onlangs verschenen essaybundel ‘Ongebaande wegen’. Van Buuren, medewerker Algemene Literatuurwetenschap in Nijmegen, geeft hierin een overzicht en voorbeelden van een nog lang niet gangbare leeswijze, die zich niet laat sussen met het idee dat van iedere literaire tekst de betekenis en auteursintentie objektief vast te stellen zijn. Zijn houding als lezer formuleert hij zo:

‘’De (gedeeltelijke) ontkenning van het verwachtingspatroon maakt lezen de moeite waard, maakt lectuur tot een ervaring, want ‘Elke ervaring die die naam verdient, doorkruist een verwachting.’ De lectuur stelt met andere woorden de lezer ter discussie, zodat de aanvankelijke relatie, waarin de lezer de tekst ondervroeg, wordt omgedraaid en het de tekst is die de lezer tot object maakt. Het belang van die horizon ten opzichte van de historische horizon van de tekst mag echter ook niet worden overdreven. Barthes stelt ergens dat het doel van de kritiek is om ‘de tekst zo volledig mogelijk te bedekken met onze eigen taal.’ Het gevolg zou zijn dat de tekst zelf onzichtbaar wordt en alleen nog de eigentijdse problematiek weerspiegelt, een consequentie die me onaanvaardbaar lijkt. Geslaagder vind ik Barthes’ definitie dat kritiek bestaat uit het in elkaar passen van twee talen, die van de tekst en die van de criticus, een formulering die sterk doet denken aan Gadamers ‘versmelting van horizonten’.’’

De hieruit volgende interpretatiewijze van literatuur te toetsen en te illustreren is het doel van het programma Tegendraads lezen. Gestart wordt met een gesprek tussen Maarten van Buuren en Em. Kummer, wetenschappelijk medewerker Algemene Literatuurwetenschap in Leiden – zijn recente dissertatie ‘Literatuur en ideologie: Proust en Ter Braak’ is een steen in deze vijver -, onder leiding van Redbad Fokkema, kritikus en wetenschappelijk hoofmedewerker Nederlandse Taal- en Letterkunde in Utrecht, op woensdag 27 november om 20.00 uur in De Verloren Tijd.

Vervolgens wordt in een drietal lezingen aan de hand van afzonderlijke teksten aangetoond hoe een dergelijke moderne manier van lezen kan ontmantelen wat literair gemeengoed is.

ma. 9 dec.: Maarten van Buren over een gedicht uit de laatste bundel van Hans Faverey.

ma. 16 dec.: Christel van Bohemen over het laatste hoofdstuk uit Joyce’s Ulysses.

vr. 20 dec.: Anthony Mertens over een kort fragment van Jacq. Firmin Vogelaar.

Over deze lezingen volgt meer informatie in De Verloren Fraktie van december.