De nieuwsbrief van Perdu
Tijdschrift voor ideeën
De moderne poëzie van Tsjechoslowakije
Martin Mooij over Uwe Johnson
De nieuwsbrief van Perdu
Een diskussie over het dingdichten
Een diskussie over het dingdichten
Opmerkingen over materiepoëzie
De opening van het seizoen
De nieuwsbrief van Perdu
Over Cortázar
Van Hans Kloos
De nieuwsbrief van Perdu
Over Artaud
Uitnodiging voor een hekje
De nieuwsbrief van Perdu
‘In de straten van Cybergorsk’
Woord en beeld verendigd
Uitnodiging voor een hekje
Presentatie tijdschrift Beeld
De nieuwsbrief van Perdu
Alleen voor genodigden
Een gesprek over vrouwelijke literatuur
Integraal voorgelezen
Integraal voorgelezen
De nieuwsbrief van Perdu
Opmerkingen over materiepoëzie
Aanvang: 20.00 uur
Entree: 4 gulden
Gerard Doustraat 71
Ruim tien jaar geleden schreef Paul Rodenko in de Revisor zijn ‘Opmerkingen over materiepoëzie’. Het begrip ‘materiepoëzie’, hier en daar zeggen ze ook wel ‘dinggedichten’, betekent dat het gedicht wordt vrijgemaakt van iedere plicht tot mededelen, en dat de dichter, de maker, uit beeld verdwijnt. Belangrijke dichters als Kouwebaar, Ten Berge, Beurskens en de hieronder genoemde, hebben op heel verschillende manieren materiepoëzie geschreven. Op dit moment lijkt de concentratie erop te verluchtigen. De vraag is dus: met welke erfenis moeten welke dichters verder?
Piet Meeuwse houdt als filosoof en dichter een inleiding over de ontwikkelingen van het dinggedicht.
Vervolgens spreken de dichters Rein Bloem, H.H. ter Balkt en (onder voorbehoud) Frans Budé, tien jaar na Rodenko, hun eigen opmerkingen over materiepoëzie uit, daarmee verschillende nog zeer aktuele polemieken binnen de nederlandse poëzie opstokend.
Piet Meeuse, filosoof en dichter; redakteur van de Revisor.
Rein Bloem, dichter, kritikus voor Vrij Nederland en vertaler van o.m. Mallarmé en Pound; meest recente bundel: Van de aarde (1982).
H.H. ter Balkt, dichter (voorheen Hababuk II de Balker) en onderwijzer te Nijmegen; meest recente bundel: Verkeerde Raadhuizen (1986).