Over Vliesgevels filter van Tom Van de Voorde
Een hommage
Handicap, over kort, vreemd proza
A Dutch Invasion?
'Een lek in het zwijgen'
Wang Jiaxin en Lan Lan
Herman Gorters' Liedjes integraal voorgelezen
De andere Herman Gorter
Over Alles gaat voorbij, maar niets gaat over door Daniel Billiet
A few silence
De val van de Berlijnse Muur
De nieuwsbrief van Perdu
Van Rodaan Al Galidi
Van Han van der Vegt
Uw Afwezigheid van Edwin Fagel
Kredietcrisis I – van Bovenaf
Van Thomas Möhlmann
(Podium)dichter wordt singer/songwriter
Van Renée van Marissing
Ziekte als metafoor
De nieuwsbrief van Perdu
Ik ben een god in 't belangrijkste van mijn ideeën
Over poëzie, politiek en gemeenschap
Avond rondom Rein Bloem
Over F.W.J. Schelling
De nieuwsbrief van Perdu
Literaire systemen in het Nederlandse taalgebied
Tussen Oswald Egger en Johann Georg Hamann
Over Georges Perec
Onderdeel van de Culturele Bazaar in de Tolhuistuin
De nieuwsbrief van Perdu
Over Lunchpauzegedichten van Jan Arends
De nieuwsbrief van Perdu
Van Anne van Amstel
25 jaar Verloren Tijd
Over C.C. Krijgelmans
Louis Zukofsky’s A
De nieuwsbrief van Perdu
Na afloop fluisterdisco met DJ Dorps
Aanvang: 20.30 uur / Zaal open: 20.00 uur Entree: 7 / 5 euro (met kortingskaart)
In oktober verschijnt bij uitgeverij Querido het boek De kunst van het dichten dat dichter en denker Henk van der Waal samen met dichter en criticus Erik Lindner schreef.
Het boek begint met een beschrijving van een scene uit de film Lichtval (1983) van Kees Hin over het werk van de dichter Hans Faverey. Faverey tracht erin de vraag te beantwoorden hoe hij dicht: ‘Dat is vrij eenvoudig. Ik kan je precies vertellen hoe ik het doe. Kijk daar staat dat ding (een typemachine, red.). Je draait er een blanco papiertje in: zo. En dan moet je wachten. Dat kan wel even duren ja.’
'En inderdaad, zo eenvoudig is het om te dichten.' schrijft Henk van der Waal in het voorwoord van De kunst van het dichten, 'Zo eenvoudig, maar ook zo moeilijk. Want het venijn zit hem natuurlijk niet in dat papiertje dat in de schrijfmachine moet worden gedraaid. Nee, het venijn zit hem in dat wachten. Want hoe doe je dat. Kun je dat leren, en wat levert het eigenlijk op, of nog ingewikkelder, wat is het?'
Dit is het uitgangspunt van Van der Waals en Lindners boek. Het is meer dan een verzameling beschouwingen op en/of interviews met dichters, maar een dualistisch geheel waarin vraag en antwoord, en kritiek en reactie, niet alleen plaatsvindt binnen de met dichters gevoerde gesprekken, maar ook tussen de verschillende delen van het boek. Van der Waal en Lindner gaan gesprekken aan met dichters die je de leading poets van dit moment zou kunnen noemen. Basisvraag: hoe doe je het? De dichters reageren, soms ook door het schrijven van een eigen beschouwing. Zo ontstijgt literatuurkritiek de mening, en groeit het uit tot een gesprek. Een gesprek op het scherp van de snede.
Ter gelegenheid van het verschijnen van De kunst van het dichten, vindt in Perdu een avond plaats met hetzelfde uitgangspunt, uitgevoerd door dezelfde onderzoekers: Van der Waal en Lindner. Alleen onderzoeken zij vanavond niet de leading poets van vandaag, maar de dichters die de groten van morgen zouden kunnen zijn.