Over Vliesgevels filter van Tom Van de Voorde
Een hommage
Handicap, over kort, vreemd proza
A Dutch Invasion?
'Een lek in het zwijgen'
Wang Jiaxin en Lan Lan
Herman Gorters' Liedjes integraal voorgelezen
De andere Herman Gorter
Over Alles gaat voorbij, maar niets gaat over door Daniel Billiet
A few silence
De val van de Berlijnse Muur
De nieuwsbrief van Perdu
Van Rodaan Al Galidi
Van Han van der Vegt
Uw Afwezigheid van Edwin Fagel
Kredietcrisis I – van Bovenaf
Van Thomas Möhlmann
(Podium)dichter wordt singer/songwriter
Van Renée van Marissing
Ziekte als metafoor
De nieuwsbrief van Perdu
Ik ben een god in 't belangrijkste van mijn ideeën
Over poëzie, politiek en gemeenschap
Avond rondom Rein Bloem
Over F.W.J. Schelling
De nieuwsbrief van Perdu
Literaire systemen in het Nederlandse taalgebied
Tussen Oswald Egger en Johann Georg Hamann
Over Georges Perec
Onderdeel van de Culturele Bazaar in de Tolhuistuin
De nieuwsbrief van Perdu
Over Lunchpauzegedichten van Jan Arends
De nieuwsbrief van Perdu
Van Anne van Amstel
25 jaar Verloren Tijd
Over C.C. Krijgelmans
Louis Zukofsky’s A
De nieuwsbrief van Perdu
Na afloop fluisterdisco met DJ Dorps
Over F.W.J. Schelling
Aanvang: 20.30 uur / Zaal open: 20.00 uur Entree: 6 / 5 euro (met kortingskaart)
Vanaf het wintersemester 1790-91 krijgen Hegel en Hölderlin er op het Tübinger Stift, waar zij theologie studeren, een jonge kamergenoot bij: Friedrich Schelling. Tijdens de intensieve vriendschap die ontstaat, schrijven de drie het Oudste systeemprogramma van het Duitse idealisme. Schelling en Hölderlin beginnen samen Kant te bestuderen maar Hegel blijft afzijdig. De daaropvolgende jaren ontwikkelen deze twee zich tot grootheden in respectievelijk de filosofie en de poëzie. Hegel blijft ondertussen vlijtig studeren.
Jaren later, in de tijd dat Schellings briljante filosofische excursies – over onder meer kunst, vrijheid, absolute identiteit, de verhouding tussen natuur en geest – maar niet willen leiden tot een algemeen systeem, publiceert Hegel zijn monumentale Fenomenologie van de geest met in het voorwoord een meedogenloze kritiek op de ‘identiteitsfilosofie’ (van Schelling, hoewel niet zo aangeduid), die Hegel beschrijft als “de nacht waarin alle koeien zwart zijn”.Vanaf dat moment zijn de twee oude vrienden rivalen en delft Schelling in zekere zin het onderspit, hevig en nu openlijk bekritiseerd door de rijzende ster Hegel. Na zijn dood wordt Schelling nog door koning Frederik Willem IV naar Berlijn gehaald om het volgens hem uit zijn voegen gebarsten hegelianisme te bestrijden. Zijn colleges slaan echter niet aan (hij wordt gehoond door de jongelui Kierkegaard, Engels en Burckhardt) en hij trekt zich verbitterd terug uit het openbare leven.
In de loop van de twintigste eeuw is men echter het belang van Schellings denken gaan inzien, zijn denkers als Heidegger, Habermas en Žižek diens gewaagde verweving van natuur, geschiedenis en kunst, gaan (her)waarderen en blijken zijn werken vanuit een hedendaags denkkader voor een vruchtbare herlezing vatbaar te zijn.
Met dit programma begint in Perdu een nieuwe reeks, getiteld Verloren Filosofen. Een reeks (inleidende) uiteenzettingen over het werk van denkers die om de een of andere reden uit de gratie zijn geraakt, eenvoudigweg nooit serieus genomen zijn, of op een andere manier voor de hedendaagse lezer zijn verloren. Aan het eind van elke avond moet na een aantal confronterende vragen duidelijk worden waar de filosoof in kwestie deze status aan te danken heeft, in hoeverre dat terecht is en hoe de mogelijkheden liggen om zijn of haar werk nu bij het denken te betrekken. Een vorm van achteraf parallel boekhouden.
'Noodzakelijkheid en vrijheid verhouden zich tot elkaar zoals het bewuste en het onbewuste. Kunst berust dan op het samenvallen van bewuste en onbewuste activiteit.'