Wat is er poëtisch aan het internet?
Op 24 juni wijdt Perdu een avond aan het werk van Sonja Prins.
The vital poetics of Baroness Elsa von Freytag-Loringhoven
Een avond over het werk van Jeroen Mettes
Gastprogramma: Presentatie nieuwe dichtbundel Frans Budé
Postmodernisme in de Sovjet-Unie
Nach der mitte folgt ein Schweigen
Een hommage aan Hans Groenewegen
Van Rob Halpern, vertaald door Samuel Vriezen en Frank Keizer
Een etmaal voordracht van poëzie
Een Mettes-lexicon II
Presentatie nieuwe nY
Over Donorwoorden van Sybren Polet
F. van Dixhoorn
In samenwerking met nY, tijdschrift voor literatuur, kritiek & amusement
Over Civil Disobedience van H. D. Thoreau
Over Balthazar Krull’s hart zingt maneschijn van Peter Smink
Over de poëzie van Rob Halpern
Met Martin Reints
Van Peter Gizzi
Nederlandse dichters en William Carlos Williams
Over documentaire poëzie
Herman Gorters' Liedjes integraal voorgelezen
Over F.W.J. Schelling
25 jaar Verloren Tijd
Emerson, Ives, Cavell
Over L=A=N=G=U=A=G=E
Van Samuel Vriezen
Met bijdragen van tien auteurs
Hans Faverey
Het wit in de poëzie
Aanvang: 20.30 uur / Zaal open: 20.00 uur Entree: 7 / 5 euro (met kortingskaart)
In oktober verschijnt bij uitgeverij Querido het boek De kunst van het dichten dat dichter en denker Henk van der Waal samen met dichter en criticus Erik Lindner schreef.
Het boek begint met een beschrijving van een scene uit de film Lichtval (1983) van Kees Hin over het werk van de dichter Hans Faverey. Faverey tracht erin de vraag te beantwoorden hoe hij dicht: ‘Dat is vrij eenvoudig. Ik kan je precies vertellen hoe ik het doe. Kijk daar staat dat ding (een typemachine, red.). Je draait er een blanco papiertje in: zo. En dan moet je wachten. Dat kan wel even duren ja.’
'En inderdaad, zo eenvoudig is het om te dichten.' schrijft Henk van der Waal in het voorwoord van De kunst van het dichten, 'Zo eenvoudig, maar ook zo moeilijk. Want het venijn zit hem natuurlijk niet in dat papiertje dat in de schrijfmachine moet worden gedraaid. Nee, het venijn zit hem in dat wachten. Want hoe doe je dat. Kun je dat leren, en wat levert het eigenlijk op, of nog ingewikkelder, wat is het?'
Dit is het uitgangspunt van Van der Waals en Lindners boek. Het is meer dan een verzameling beschouwingen op en/of interviews met dichters, maar een dualistisch geheel waarin vraag en antwoord, en kritiek en reactie, niet alleen plaatsvindt binnen de met dichters gevoerde gesprekken, maar ook tussen de verschillende delen van het boek. Van der Waal en Lindner gaan gesprekken aan met dichters die je de leading poets van dit moment zou kunnen noemen. Basisvraag: hoe doe je het? De dichters reageren, soms ook door het schrijven van een eigen beschouwing. Zo ontstijgt literatuurkritiek de mening, en groeit het uit tot een gesprek. Een gesprek op het scherp van de snede.
Ter gelegenheid van het verschijnen van De kunst van het dichten, vindt in Perdu een avond plaats met hetzelfde uitgangspunt, uitgevoerd door dezelfde onderzoekers: Van der Waal en Lindner. Alleen onderzoeken zij vanavond niet de leading poets van vandaag, maar de dichters die de groten van morgen zouden kunnen zijn.