Wat is er poëtisch aan het internet?
Op 24 juni wijdt Perdu een avond aan het werk van Sonja Prins.
The vital poetics of Baroness Elsa von Freytag-Loringhoven
Een avond over het werk van Jeroen Mettes
Gastprogramma: Presentatie nieuwe dichtbundel Frans Budé
Postmodernisme in de Sovjet-Unie
Nach der mitte folgt ein Schweigen
Een hommage aan Hans Groenewegen
Van Rob Halpern, vertaald door Samuel Vriezen en Frank Keizer
Een etmaal voordracht van poëzie
Een Mettes-lexicon II
Presentatie nieuwe nY
Over Donorwoorden van Sybren Polet
F. van Dixhoorn
In samenwerking met nY, tijdschrift voor literatuur, kritiek & amusement
Over Civil Disobedience van H. D. Thoreau
Over Balthazar Krull’s hart zingt maneschijn van Peter Smink
Over de poëzie van Rob Halpern
Met Martin Reints
Van Peter Gizzi
Nederlandse dichters en William Carlos Williams
Over documentaire poëzie
Herman Gorters' Liedjes integraal voorgelezen
Over F.W.J. Schelling
25 jaar Verloren Tijd
Emerson, Ives, Cavell
Over L=A=N=G=U=A=G=E
Van Samuel Vriezen
Met bijdragen van tien auteurs
Hans Faverey
Het wit in de poëzie
Over Civil Disobedience van H. D. Thoreau
Aanvang: 15.00 uur / Zaal open: 14.30 uur Entree: 7 / 5 euro (met kortingskaart)
In 1846 bracht de Amerikaanse dichter, schrijver en essayist Henry David Thoreau een nacht in de gevangenis door. Zijn misdaad: belastingontduiking. Hij had geen belasting betaald omdat hij weigerde de staat Massachussetts te steunen, die in zijn ogen fundamenteel onrechtvaardig was wegens zijn positie inzake slavernij en medeverantwoordelijkheid voor de Amerikaans-Mexicaanse oorlog. De gevangenneming zelf duurde maar kort omdat de volgende dag een familielid het verschuldigde bedrag voldeed, maar in 1849 publiceerde Thoreau het essay "Resistance to Civil Government", beter bekend als "Civil Disobedience". Met dit essay en de stevige stellingnames over weigering van staatsonrecht kreeg Thoreau in de loop der jaren grote invloed op het politieke denken, en werd hij een belangrijk inspirator voor veel verzetsbewegingen. Het is vooral die publicatie die zijn eerdere verzet effectief maakt als kritische positie.
De kwestie van burgerlijke ongehoorzaamheid en onrechtvaardige overheid is altijd actueel gebleven. Over het eerste is in Nederland de laatste jaren discussie geweest (denk aan de Duyvendak-affaire); en er heerst nu een regering die in veler ogen moreel onaanvaardbaar is. Reden om opnieuw terug te grijpen op Thoreau's tekst en het thema dat hij erin aansnijdt.
Is heden ten dage een dergelijk verzet nodig? Is het mogelijk om in een verondersteld permissieve liberale maatschappij te weigeren mee te doen, en hoe? En op welke manier kan zo'n weigering überhaupt waarneembaar worden binnen het maatschappelijke discours, en zijn potentie als kritische daad actief ontplooien?